Dit is het doel van adhyay 3 van de Bhagavad Gita.
arjuna uvaca
jyayasi cet karmanas te
Mata Buddhir Janardana
tat kim karmani ghore mam
niyojayasi kesava
Arjuna zei: O Janardana, o Kesava, waarom spoort U mij aan om deel te nemen aan deze gruwelijke oorlogvoering, als U denkt dat intelligentie beter is dan resultaatgericht werk?
DOEL
De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods Sri Krsna uit de Bhagavad Gita heeft in het vorige hoofdstuk de constitutie van de ziel zeer uitvoerig beschreven, met de bedoeling Zijn intieme vriend Arjuna te verlossen uit de oceaan van materieel verdriet. En het pad van realisatie is aanbevolen: buddhi-yoga, of Krsna-bewustzijn. Soms wordt Krsna-bewustzijn ten onrechte gezien als traagheid, en iemand met een dergelijk misverstand trekt zich vaak terug op een afgelegen plek om volledig Krsna-bewust te worden door de heilige naam van Heer Krsna te chanten.
Maar zonder getraind te zijn in de filosofie van Krsna-bewustzijn, is het niet raadzaam om de heilige naam van Krsna te chanten op een afgelegen plek waar men alleen goedkope aanbidding van het onschuldige publiek kan verwerven. Arjuna dacht ook aan Krsna-bewustzijn of buddhi-yoga, of intelligentie in de spirituele vooruitgang van kennis, als zoiets als het terugtrekken uit het actieve leven en het beoefenen van boetedoening en soberheid op een afgelegen plek.
Met andere woorden, hij wilde de gevechten vakkundig vermijden door Krsna-bewustzijn als excuus te gebruiken. Maar als oprechte student legde hij de zaak voor aan zijn meester en vroeg Krsna wat hij het beste kon doen. Als antwoord legde Heer Krsna in dit derde hoofdstuk karma-yoga, of werken in Krsna-bewustzijn, uitgebreid uit.
